Keratoconus is een aandoening waarbij het hoornvlies dunner en kegelvormig wordt (normaal is het hoornvlies een bol). Keratoconus begint meestal in de puberteit en komt gewoonlijk aan beide ogen voor. Het leidt tot voortgaande hoornvliesvervorming door verminderde stevigheid van het hoornvlies. Deze vervorming gaat vaak samen met een verminderde gezichtsscherpte. Keratoconus komt in Nederland ongeveer bij 1 op de 2000 mensen voor.

Symptomen

In het beginstadium van keratoconus neemt de cilinder sterkte van het aangedane oog aanzienlijk toe. Vervolgens neemt ook de gezichtsscherpte verder af en wordt het moeilijker corrigeerbaar door middel van een bril of contactlenzen. In een vergevorderd stadium van keratoconus komt vaker contactlens-intolerantie voor, omdat de contactlens niet meer goed blijft zitten op de top van het vervormde hoornvlies. Bij keratoconus treedt vaak jeuk en gevoeligheid aan de ogen op. Sommige mensen hebben last van lichtstrepen (glare) en lichtgevoeligheid (fotofobie).

Oorzaken

De vermoedelijke oorzaak van keratoconus is een aangeboren verzwakking van het hoornvlies. Er kan een erfelijke aanleg aan ten grondslag liggen, maar meestal komt keratoconus éénmalig in de familie voor. In de loop van de jaren kan de vormverandering toenemen. Wrijven in de ogen kan tevens zorgen voor het erger worden van keratoconus en wordt dan ook sterk afgeraden.

Therapie

Keratoconus kan op verschillende manieren worden behandeld, afhankelijk van de gezichtsscherpte en de toestand van het hoornvlies. In de milde fase kan een bril en/of contactlenzen worden aangemeten om de krommingsafwijking te corrigeren. Zachte contactlenzen kunnen vaak niet worden gebruikt, omdat zij de kegelvorm van het hoornvlies volgen. Daarom worden vaak vormstabiele contactlenzen (harde zuurstof-doorlatende contactlenzen) gebruikt die een nieuw regelmatig oppervlak vormen. Bij toename van de kegelvorm kunnen ook deze contactlenzen problemen geven, omdat ze op de top van de kegel drukken en kunnen wiebelen wat beschadiging van het hoornvlies tot gevolg kan hebben. Dan kan worden overgegaan op een piggy-back systeem (een harde lens bovenop een zachte lens) of

Scleralens
scleralenzen. Dit zijn grote harde contactlenzen die op het oogwit van het oog rusten en die de krommingsafwijking beter kunnen corrigeren. Bij een matige keratoconus waarbij achteruitgang wordt gezien, kan corneal crosslinking worden toegepast. Ook kunnen er in sommige gevallen ringsegmenten in het hoornvlies worden geplaatst om de vorm van het hoornvlies te veranderen om het dragen van contactlenzen weer mogelijk te maken. In een vergevorderd stadium is een hoornvliestransplantatie vaak de enige behandelingsmogelijkheid.

Meer informatie

Meer informatie over keratoconus vindt u hier:

Sluit de enquête