Het hoornvlies is het doorzichtige voorste deel van het oog. Door dit heldere venster komt het licht het oog binnen. Het zorgt voor een scherpe afbeelding van voorwerpen op het netvlies en het beschermt de inhoud van het oog tegen invloeden van buitenaf. Het hoornvlies is opgebouwd uit 5 lagen en ongeveer 0.5 mm dik. Van buiten naar binnen bestaan de lagen uit: het epitheel, membraan van Bowman, het stroma, het membraan van Descemet en het endotheel. Het endotheel werkt als een pomp die het overtollige vocht uit het hoornvlies afvoert. Een hoornvlies dat troebel is geworden door beschadiging of een ziekte, belemmert de lichtinval in het oog. Het netvlies ontvangt dan geen helder beeld meer en men ziet hierdoor slecht.

Hoornvliestroebelingen kunnen optreden ten gevolge van een erfelijke aandoening. Bij Fuchs’ endotheeldystrofie werkt de binnenste laag (endotheel) niet goed meer. Het overtollige vocht wordt niet meer weggepompt; het hoornvlies zwelt daardoor op en wordt troebel. Dit is de meest voorkomende reden voor een hoornvliestransplantatie.
Bij keratoconus wordt het hoornvlies in de puberteit kegelvormig en steiler. Door deze toenemende vervorming van het hoornvlies wordt het zicht slechter.
Een vertroebeling van het hoornvlies kan ook optreden ten gevolge van een infectie. Voorbeelden hiervan zijn een bacteriële ontsteking, die soms kan optreden bij het dragen van contactlenzen, of een Herpesvirus ontsteking van het hoornvlies.
Verwondingen van buitenaf kunnen het hoornvlies blijvend beschadigen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door scherpe voorwerpen (messen, metaalsplinter), chemische stoffen (zuren, logen) of door verwondingen door vuurwerk. Het dragen van een veiligheidsbril kan helpen om een hoornvliesbeschadiging te voorkomen.