Uw oogarts heeft bij u de aandoening keratoconus vastgesteld.
Keratoconus wordt gekenmerkt door een afwijkende vorm van het hoornvlies (cornea). Bij deze aandoening heeft het hoornvlies niet een bolvorm, maar puilt naar voren uit in de vorm van een kegel. Het begint meestal in de puberteit en komt gewoonlijk aan beide ogen voor. Meestal is het ene oog meer aangedaan dan het andere oog. Het leidt tot toenemende hoornvlies vervorming (progressie) ten gevolge van een verminderde stevigheid van het hoornvlies. Deze vervorming leidt vaak tot een verminderde gezichtsscherpte.
In het beginstadium van keratoconus neemt de cilinder sterkte van het aangedane oog aanzienlijk toe. Vervolgens neemt ook de gezichtsscherpte af en wordt het moeilijker corrigeerbaar door middel van een bril of contactlenzen. In een vergevorderd stadium van keratoconus komt vaker contactlens-intolerantie voor, omdat de contactlens niet meer goed blijft zitten op de top van het vervormde hoornvlies. Bij keratoconus treedt vaak jeuk en gevoeligheid aan de ogen op. Sommige mensen hebben last van lichtstrepen (glare) en lichtgevoeligheid (fotofobie).
Keratoconus komt in de Nederlandse bevolking in ongeveer 5 op de 2000 mensen voor. De vermoedelijke oorzaak is een aangeboren verzwakking van het hoornvlies. Er kan een erfelijke aanleg aan ten grondslag liggen. Keratoconus komt vaker voor bij een aantal syndromen, zoals het syndroom van Down, Turner, Marfan en Ehlers/Danlos. Keratoconus komt ook vaker voor bij mensen die lijden aan astma, allergieën of eczeem. Hard wrijven in de ogen kan mogelijk zorgen voor het ontstaan van keratoconus of bijdragen aan verslechtering hiervan. Het is dus belangrijk om niet in de ogen te wrijven.
Op de poli wordt de sterkte van de ogen en de gezichtsscherpte gemeten. Verder wordt met speciale apparatuur de kromming en de dikte van het hoornvlies gemeten. Voor deze metingen moeten contactlenzen 2 dagen uitgelaten worden. Door deze onderzoeken op verschillende momenten te herhalen, kan worden vastgesteld of er sprake is van voortgaande of progressieve keratoconus. Als dit zo is, komt u in aanmerking voor een crosslinking behandeling.
Keratoconus is niet te genezen, maar met een bril of (sclera)lenzen is het vaak mogelijk het zicht te verbeteren. Vooral bij jonge mensen kan keratoconus soms snel erger worden. Als dit het geval is dan kan de oogarts een crosslinking behandeling voorstellen.
Behandelingen ter verbetering van het gezichtsvermogen
- In de milde fase kan een bril en/of contactlenzen worden aangemeten om de krommingsafwijking te corrigeren. Zachte contactlenzen kunnen meestal niet worden gebruikt, omdat zij de kegelvorm van het hoornvlies volgen. Daarom worden vaak vormstabiele contactlenzen (harde zuurstof-doorlatende contactlenzen) gebruikt die een nieuw regelmatig oppervlak vormen. Bij toename van de kegelvorm geven ook vormstabiele contactlenzen problemen. Deze drukken dan op de top van de kegel en kunnen wiebelen met beschadiging van het hoornvlies tot gevolg. Dan kan worden overgegaan op een piggy-back systeem (een harde lens bovenop een zachte lens) of scleralenzen. Dit zijn grote harde contactlenzen die op het oogwit van het oog rusten en die de krommingsafwijking beter kunnen corrigeren.
- Soms kunnen er ringsegmenten in het hoornvlies worden geplaatst om de vorm van het hoornvlies te veranderen om het dragen van contactlenzen weer mogelijk te maken.
- In een vergevorderd stadium is een hoornvliestransplantatie vaak de enige behandelingsmogelijkheid. Bij een hoornvliestransplantatie kan de volledige dikte van het hoornvlies worden vervangen of alleen het voorste laagje.
Behandelingen bij progressie: Crosslinking
Als er achteruitgang van keratoconus wordt gezien, kan corneale crosslinking worden toegepast. Het doel van deze behandeling is verergering van de ziekte te voorkomen. In de meeste gevallen lukt dit. Crosslinking kan alleen gedaan worden als het hoornvlies nog voldoende dik is. Zie voor meer informatie de folder Corneale crosslinking.
In de Universiteitskliniek voor Oogheelkunde Maastricht wordt voortdurend wetenschappelijk onderzoek verricht om meer inzicht te krijgen in de diagnostiek en behandeling bij patiënten met keratoconus.